julian-mario.reismee.nl

2 September t/m 23 Oktober: München, Dresden, Praag en……Sitges.

Op 2 September besluiten we 's ochtends het zéér warme Bologna te laten voor wat het is, en zetten we koers naar München. Wij wilden hier eigenlijk eerder naartoe gaan, voordat we Italië gingen bezoeken, maar het slechte weer destijds (12 graden) heeft ons toen het programma doen wijzigen. Na een lange rit komen we tegen het einde van de middag aan op camping Talkirchen, vlakbij de zoo van München. Vrolijk stappen wij in onze korte broek met hemdje uit om meteen met een 'brrrrrr...' te constateren dat het hier toch inderdaad wel een stuk kouder is (scheelt een graad of 18 met Bologna). Wij installeren ons lekker op de camping, om vervolgens de fiets te pakken en naar de stad te gaan. Het is een fantastische rit van ongeveer 5 kilometer langs de rivier de Isar. Het is zonnig weer en er zitten nog een hoop mensen langs de rivier. Wij twijfelen op een zeker moment even over welke brug we over moeten om het centrum in te gaan, maar gelukkig wordt Julian meteen aangesproken door de vrouwelijke helft van een jong koppel, met in haar hand twee bierflessen. 'Zo, jij ziet er wel uit als iemand die dit open krijgt' zegt ze tegen Julian, die inderdaad braaf de flesjes openmaakt. Wij krijgen in ruil tips over waar we naartoe moeten gaan, de wijk Glockenbach, waar we vlakbij zitten, en al snel zitten we op het terras van een restaurant lekker pasta te eten. Wij laten ons ietwat gaan met de overheerlijke wijn die ze in het restaurant serveren, waardoor er van stappen niet zoveel meer komt. We rijden in het pikkedonker langs de Isar terug.

De volgende dag gaan we het Haus der Kunst bezoeken, het eerste neoclassicistische monumentale pand dat in de lijn van de grootsheid van het Derde Rijk wordt gerealiseerd. Het museumpand is met name bekend geworden vanwege de tentoonstelling van de zogenaamde Entartete kunst. Jullie merken dat wij braaf Julian's fetisj voor fascistische bouwwerken afwisselen met Mario's fetisj voor Koninklijke paleizen. Het is stralend weer (29 graden), en wij fietsen langs de zéér drukke oevers van de Isar. Jong en oud dartelt hier vrolijk door elkaar, al dan niet voorzien van zwemkleding. Wij moeten dit keer een stuk verder fietsen en komen uiteindelijk bij het museum aan. De exposities van dat moment zijn niet bijster interessant, maar het gebouw des te meer. Na dit bezoek gaan we weer naar het Glockenbach viertel waar we gaan shoppen, en o.a. geruime tijd doorbrengen in een meubelzaak waar wij een potentieel interessante bank voor ons huis gezien hebben J. We eten nog wat in de stad en fietsen weer terug naar de camping. Langs de Isar zitten heel veel mensen te barbecueën en in de verschillende bierstuben te drinken. Het geheel maakt een zeer gezellige indruk.

Op zondag gaan we eerst naar het concentratiekamp Dachau, dat zeer veel indruk op ons achterlaat. 's Middags bezoeken we vervolgens het BMW centre, waar Julian plaats neemt in zijn favoriete auto, en we gaan naar het Olympisch dorp en 'beklimmen' de Olympiaturm. Op maandag regent het pijpenstelen, maar aangezien we hier op voorbereid waren, brengen we de ochtend door in een overdekt winkelcentrum, en in de middag bezoeken we het centrum van de stad (het is dan al weer droog). Op dinsdag bezoeken we het Residenz paleis van de voormalige Beierse Koninklijke familie. Als extra verrassing voor Julian koopt Mario kaartjes voor zowel het paleis, de schatkamer, als ook het operagebouw J. Het paleis is enorm, en we zijn hier wel een paar uurtjes zoet. Na het bezoek aan het Residenz slenteren we nog wat door de stad. Je ziet aan alles dat München een zeer rijke stad is. De woensdag brengen we door met een bezoek aan het Pinakothek der Moderne, het museum voor hedendaagse kunst en design. Ondanks een wat lauw verhaal in onze Capitool gids, vinden wij dit een geweldig museum. Op donderdag nemen wij in de ochtend de trein naar Berchtesgarden aan de grens met Oostenrijk. Doel van deze reis is het bezoeken van de Obersalzberg, met daarop het Kehlsteinhaus ook wel bekend onder de naam Eagle's nest, het theehuis dat Hitler voor zijn vijftigste verjaardag kreeg van de NSDAP. Het uitzicht is hier normaal gesproken fantastisch, maar helaas zit het weer tegen, en zien we hier weinig van. Toch is het een indrukwekkend geheel. Op vrijdag 9 september besluiten we weer verder te gaan, richting Dresden dit keer. Wij vonden het geweldig in München en keren hier zeker nog een keer terug.

Wij komen vrijdagavond laat in Dresden aan. De dag erop besluiten we de stad te gaan verkennen. De camping ligt op fietsafstand van de binnenstad. We lopen door de altstad en zien daar de combinatie van voormalige DDR gebouwen, oude gebouwen die reeds in de DDR tijd zijn gerestaureerd, en recentelijk gereconstrueerde gebouwen. We zien o.a. de Semperoper, het Zwingerpaleis, het Residenzschloss, de Katholische Hofkirche, de Frauenkirche, de Kunstacademie, en de Fürstenzug bestaande uit 25.000 tegels van Meissener porselein met daarop alle vorsten van het huis Wettin. Julian is onder de indruk van de stad, maar Mario vindt de stad zielloos.

Op een terrasje bellen we Jörg, een oude kennis van Julian uit de tijd dat hij nog in Berlijn woonde. Hij vindt het super dat we bellen en we spreken voor de volgende dag af. Het weer op zondagochtend is beduidend beter, en we gaan eerst nog de Semperoper van binnen bekijken alvorens we richting Jörg fietsen. Hij neemt ons meteen op sleeptouw en we fietsen Dresden via het Blauwe wonder, één van de bruggen die de stad rijk is mee richting Pillnitz langs de Elbe. We bezichtigen hier eerst het barokke slot Pillnitz, één van de Koninklijke paleizen. Daarna rijden we door naar een nabijgelegen meer waar Julian en Jörg gaan zwemmen in het (koude) water. We eindigen de dag met een overheerlijke barbecue op het balkon van Jörg. Jörg beschikt,naast een prachtige vleugel, ook over een heus spinet en houdt erg van klassieke muziek. Mario kan zich helemaal uitleven en we gaan door in de late uurtjes. Jörg blijkt de hele week vrij te hebben en biedt aan om ons nog een paar dingen in de omgeving te laten zien. Op dinsdag gaan vertrekken voor een fietstocht van 60 kilometer langs de oever van de Elbe (prachtig, met geweldige huizen) richting de Sächsische Schweiz, een natuurgebied tussen Dresden en de Tsjechische grens. Wij steken bij Rathen de Elbe over, om vervolgens een indrukwekkende rotspartij te beklimmen (de Bastei) die een adembenemend uitzicht over de Elbe geeft. In een avondzon fietsen wij weer terug naar Dresden, waar wij dit keer koken in het huis van Jörg. Op woensdag treffen wij voorbereidingen voor de komst van Marike, een vriendin van ons die ons speciaal komt opzoeken en die wij in Praag zullen treffen. Zij zal bij ons in de camper slapen, dus die moet grondig schoongemaakt worden. Op donderdag ondernemen wij de laatste trip met Jörg, dit keer naar Schloss Wackerbarth een wijngoed in de buurt van Dresden. Wij genieten daar van een wijnproeverij en fietsen voor de laatste maal langs de prachtige Elbe. 's Avonds eten voor de laatste maal bij Jörg, die ons daarna, omdat we wat vermoeid ogen, meteen een demonstratie geeft van zijn specialiteit : gezichtsmaskers. Wij nemen afscheid van hem, en op vrijdag rijden wij door naar Praag.

Op vrijdag 16 September verwelkomen wij Marike, een goede vriendin van ons, op het vliegveld van Praag. Zij is net klaar met een interim-management opdracht, en alvorens zich in een nieuwe opdracht te storten komt zij haar belofte, om ons tijdens de reis op te zoeken, na. Wij rijden met haar in de camper naar de camping Sunny Park in Praag. Het is een keurige camping waar alle campers (met voornamelijk Nederlanders) netjes naast elkaar staan. Wij worden vanwege de samenstelling van ons gezelschap (twee mannen en één vrouw) wel wat vreemd aangekeken, maar daar blijft het bij. We gaan meteen naar het centrum van de stad. Wij 'scoren' een terrasje en kletsen lekker bij. Ondanks de slechte weersvoorspellingen, is het nog heerlijk zonnig in Praag. We bezoeken het Oude Stadsplein (Staromestske Namesti) en de Karelsburg en strijken neer in de Malá Strana aan de overzijde van de Moldau. We borrelen hier verder en eten een overheerlijke goulash. Nadat we terug zijn gegaan naar de camping, borrelen we nog na en gaan vervolgens slapen. De eerste overnachting ooit van Marike in een camper. De volgende ochtend gaan we naar het Veletržní Palác (Paleis Veletržní), het museum voor moderne en hedendaagse schilder- en beeldhouwkunst. Dit museum herbergt een enorme collectie met o.a. glaskunst, we zijn een paar uur zoet. Na in het museumrestaurant geluncht te hebben, lopen we een heel stuk langs de Moldau naar de beroemde burcht van Praag(Hrad?any). Enigszins moe, maar voldaan gaan we terug naar de camping, waar Julian lekker kookt en we weer gezellig borrelen. Op zondag wordt het weer iets minder (het regent af en toe) maar we laten ons niet weerhouden en we gaan naar het Wenceslausplein, één van de grootste pleinen van Europa, en gaan wat winkelen. We lunchen in een traditioneel Tsjechisch restaurant. Julian gaat naar het museum van het Communisme, en Marike en Mario gaan nog wat shoppen en op zoek naar het Thaise restaurant van de glasontwerper Borek Sipek, waar we 's avonds willen gaan eten. Helaas blijkt dit niet meer te bestaan. Uiteindelijk besluiten we in een Italiaans restaurant te gaat eten dat goede recensies heeft. We worden welkom geheten door een Nederlandse ober. Wij eten heerlijk en brengen een onvergetelijke avond door, met zeer openhartige gesprekken. Helaas heeft de ober nog al eens de vervelende eigenschap om zich in het gesprek te mengen, dus we moeten hem echt een paar keer wegsturen. In kennelijke staat gaan wij terug naar de camping, voor wat al weer de laatste nacht is voor Marike. Op maandag de 19e brengen wij haar terug naar het vliegveld,en sluiten we een supergezellig weekend af.

Gezien het feit dat het in Praag al behoorlijk koud wordt (12 graden), geven wij gehoor aan ons verlangen naar zon en zee,en zetten koers naar Sitges, waar we al eerder zijn geweest. Na een supersnelle rit komen we hier op woensdag de 21e al aan. Het is heerlijk weer (29 graden) en wij settelen ons weer op de camping waar we in Juni ook al hebben gestaan. De grote vraag is of Missy, een ondervoed poesje dat Julian in juni drie weken van voedsel heeft voorzien, nog zal leven. Dit blijkt gelukkig het geval, en het beest herkent ons zowaar en komt op ons afgerend.

Julian had tijdens de autorit al wat irritatie aan zijn oor. Eenmaal in Sitges begint zijn gezicht vervaarlijk op te zwellen. Wij gaan snel naar medisch centrum, waar een arts hem onderzoekt. Op basis van de gezichtsuitdrukking van de arts zou je verwachten dat Julian nog een paar uur te leven had, maar nee, het blijkt een infectie, en dus moet hij aan de antibiotica. Julian voelt zich niet helemaal lekker dus we brengen een aantal dagen in rust op de camping door, alvorens wij het uitgaansleven weer in gaan. Overdag brengen we door met aan het strand liggen en sporten (hardlopen langs de zee en zwemmen). 's Avonds gaan we stappen, we genieten weer optimaal van Sitges. We komen veel leuke mensen tegen waaronder Thomas en Udo (een stel uit Voralberg en München) waar we een paar avonden mee optrekken en Laurent en Rodolfo, de franse eigenaars van een restaurant in Sitges. Na een week in Sitges gaat Mario het weblog weer updaten. Dit kan alleen met de wat gedateerde laptop van Julian. Helaas zijn wij de muis kwijtgeraakt, waardoor er met de touchpad van de laptop gewerkt moet worden. Op zich merkt Mario niets, alleen voelt zijn elleboog de volgende dag pijnlijk aan. Het geheel begint de dagen erop vervaarlijk op te zwellen. Uiteindelijk moet ook hij naar de traumatoloog van medisch centrum. Diagnose: slijmbeursontsteking aan de elleboog(veroorzaakt door verkeerde houding met computer) én een infectie die cellulitis heeft veroorzaakt. Dit keer is Mario aan de beurt voor een antibioticakuurtje. Uiteindelijk blijven wij tot 23 oktober in Sitges. Het weer blijft tot het laatste moment goed. Er is wel steeds minder te doen in het stadje, maar dit compenseren wij door nog twee keer naar Barcelona te gaan. De eerste keer verblijven wij in een B&B dat een soort studentenhuis bleek te zijn (was wel goedkoop), de tweede keer gaan we twee nachten naar een hotel. Uiteindelijk ontkomen wij niet aan het onvermijdelijke.....wij moeten weer naar huis. We besluiten op de weg terug langs Genève te rijden, waar vrienden van ons wonen. Wij verlaten Sitges en, tot verdriet van Julian, ook de poes Missy op 23 oktober en zitten nu in Genève.

6 augustus t/m 2 september: Italië Lecce, Otranto, Gallipoli, Bari, Napoli, Roma, Prato en Bologna

Op 6 augustus vertrekken wij vol goede moed richting Lecce, bekend om haar barokke architectuur. Na wat inkopen bij de plaatselijk supermarkt te hebben gedaan draaien we de snelweg op. Na vijf minuten zakt de goede moed ons echter meteen in de schoenen, de hele snelweg is één grote file en het schiet maar niet op. We besluiten uiteindelijk om in Torre Canne op een camperplaats te gaan staan, en we gaan daar nog even op het strand liggen. De dag erop rijden we verder, doen nog een ander strand aan, en komen tegen het einde van de middag aan op een camperplaats, die op vijf minuten fietsen van de stad ligt. De plek is fantastisch, met goede voorzieningen en we zijn aanvankelijk enthousiast, totdat we erachter komen dat er een ware vliegenplaag heerst. L Op maandag en dinsdag pakken we de fiets en gaan Lecce bezoeken. Het is een prachtige stad, die echter niet echt bruist van het leven. In Lecce constateert Mario dat er zich opeens allerlei enge pigmentvlekken in zijn gezicht beginnen af te tekenen, en hij besluit voorlopig even uit de zon te blijven.

Op aanraden van onze Italiaanse buurman op de camperplaats besluiten we door te rijden naar Otranto, een mooi stadje in de regio Salento. Opvallend blijft overigens dat Italianen het volstrekt normaal vinden om buitenlanders in het Italiaans aan te spreken, en te verwachten dat ze ook in die taal antwoord krijgen.

In Otranto strijken we neer op een camperplaats. Julian heeft zin om een flink stuk te gaan fietsen en gaat naar de Laghi Alimini,een aantal bijzondere meren aan de kust, en Mario maakt van de gelegenheid gebruik om het weblog te gaan updaten. Als Julian terug komt vertelt hij over de prachtige stranden die hij gezien heeft, waar het echter zo druk was dat mensen niet eens op het strand lagen, maar gewoon zij aan zij stonden. Dit is inderdaad hét grote probleem dat wij ervaren, het is in Puglia echt geweldig mooi, maar in augustus is het zó verschrikkelijk druk met alle Italianen die op vakantie zijn, dat je van deze schoonheid niet echt kunt genieten. Tegen het einde van de middag gaan we Otranto in, een prachtig stadje. Maar helaas ook hier weer hetzelfde probleem: het is in het oude gedeelte van de stad zo druk dat je nauwelijks kunt lopen, en al helemaal geen plek op een terras kunt bemachtigen. We gaan maar weer terug naar de camperplaats en eten daar wat. We besluiten de dag daarop door te reizen naar een ander strand, waarvan de schoonheid wordt geroemd, bij het plaatsje Gallipoli. Deze stad breekt het record van kortste bezoek ooit van onze reis. Het hele stadje, en de beroemde stranden zijn gevuld met rijen en rijen auto's. Julian is het helemaal zat, en we besluiten na 15 minuten weer terug te gaan naar Bari, waar we op de avond van de 10e augustus weer aankomen op de camping waar we eerder hebben gestaan. De volgende dag bezoeken we het oude gedeelte van Bari, we beginnen met het Castello Svevo (Zwabische kasteel), waar we onverwachts een persoonlijke rondleiding krijgen van één van de personeelsleden, waardoor we ook het dak op mogen en een fantastisch uitzicht krijgen over de stad. Hierna gaan we door naar de kathedraal en de San Nicola, waar in de crypte de resten van Sint Nicolaas worden bewaard (jawel de bisschop van Myra, die ons land nog elk jaar met een bezoek vereert). Terwijl wij de crypte bezoeken blijkt er een enorme groep Russische pelgrims aanwezig te zijn, inclusief priesters en nonnen. Iedereen staat in de rij om een speciaal gebed op een papiertje te schrijven,en de reliekhouder van de goedheiligman te kussen. Het is een heel bizar spektakel. We gaan heerlijk lunchen en slenteren verder nog wat door de stad alvorens naar de camping terug te gaan. Op vrijdag verlaten wij deze (naar onze mening zeer onderschatte) stad om naar ons volgende reisdoel te gaan: Napels

Omdat we van plan zijn om ongeveer een week in Napels te blijven, en omdat in deze periode de Italiaanse feestdag Ferragosto valt, nemen we het zekere voor het onzekere en reserveren we een plaats op een camping in Vico Equense, iets onder Napels. We knijpen hem wel een beetje omdat in de recensies van de camping staat aangegeven dat de toegangsweg erg steil is, en je vooral de stadsbus niet als tegenligger moet tegenkomen. Wij komen gelukkig heelhuids aan en installeren ons op deze gezellige, wat rommelig aandoende camping. De volgende dag gaan we naar Napels met de Vesuviana, het trein/metrosysteem dat alle kleinere plaatsjes rondom Napels met de stad verbindt. De stad is relatief rustig, we lopen er wat doorheen en bezoeken het Nationaal Archeologisch Museum, een van de belangrijkste ter wereld. Op zondag bezoeken we, ondanks de hitte (37-38 graden) Pompei, zéér indrukwekkend. De feestdag Ferragosto brengen we door in Sorrento, een zeer rijk en levendig stadje waar je een fantastisch uitzicht hebt over de baai van Napels. Wij genieten hier van een overheerlijk lunch onder de citroenen.

Op dinsdag de 16e verkassen we naar een andere camping in Pozzuoli, ten noorden van Napels. Deze plek ligt gunstiger voor het bezoeken van het eiland Procida, dat we dan nog van plan zijn te bezoeken.

De camping in Pozzuoli ligt op een bijzondere plaats, namelijk op een nog actieve vulkaan (Solfatara), vlak naast de krater. Het is op de camping mogelijk om van de natuurlijke sauna gebruik te maken, en je ruikt soms de zwaveldampen die uit de verschillende openingen omhoog komen. Pozzuoli is aangesloten op de metropolitana van Napels, waardoor we de stad wat makkelijker kunnen bezoeken. Wij lopen door de Galleria Umberto I, bekijken het Castel Nuovo, lopen langs de haven, de Opera en het Piazza del Plebiscito. De volgende dag bezichten wij nog de Duomo en gaan nog wat shoppen in de stad.

Men ontraadt ons om de eilanden bij Napels in deze periode te bezoeken, de reden dat de stad relatief rustig is ligt met name in het feit dat iedereen die weg kan, op één van de eilanden zit, waar het dus extreem druk zal zijn. Wij besluiten naar dit advies te luisteren.

Op zaterdag 20 augustus besluiten we naar Rome te gaan, een stad die in zijn geheel niet op het programma stond. Wij komen tegen de avond aan en installeren ons op een camping die op fietsafstand van de stad ligt. Het is behoorlijk warm in Rome (40 graden). Op zaterdag maken we plannen voor de dag erop. Het fijne is dat wij Rome al diverse malen bezocht hebben, en alle 'standaard' bezienswaardigheden al gezien hebben. We besluiten ook de gay scene in Rome wat te gaan verkennen. Deze blijkt volgens onze info niet erg groot te zijn, maar we ontdekken dat er zondagavond een zogenaamde 'Bear party' zal zijn op het terras van de Frushi bar op het eiland in Tiber. Ofschoon wij niet echt voldoen aan 'bear' kwalificatie, besluiten wij toch hier naartoe te gaan, omdat dit soort events over het algemeen een wat ouder publiek aantrekt. Dit in tegenstelling tot andere gelegenheden, waar wij ons tussen de 1.70m grote, 42 kilo wegende, 21 jaar oude jongetjes met veel te grote reflecterende zonnebrillen, echt bejaard voelen. We fietsen naar de stad langs de Tiber, en we merken meteen weer hoezeer deze stad leeft en bruist. We stallen onze fietsen en slenteren door de wijk bij de Spaanse trappen, we eten een pizza en vervolgens gaan we naar het feest. De locatie is echt betoverend, tussen de sfeervol verlichte palazzi op het eiland in de Tiber. Op het feest maken we kennis met Filippo (psychotherapeut), Andrea (kunstenaar) en Yuri (werkt in een galerie). Na eerst 15 minuten met Filippo te hebben gesproken in het Italiaans (met de muziek op 100 valt dat niet altijd mee), blijkt hij gewoon Phil te heten en een Engelsman te zijn. Gelukkig spreekt iedereen Engels en al snel ontstaat er een geanimeerd gesprek. Na de party op het eiland, laten de heren ons nog een aantal andere kroegen zien, en we hebben een supergezellige avond. Om 05.00 fietsen we terug naar de camping, door de stad waar nu bijna geen verkeer meer is, en waar alle monumenten sprookjesachtig mooi zijn verlicht, een zeer bijzonder ervaring.

De dag erop hebben we weer afgesproken met Phil die ons eerst meeneemt naar zijn favoriete pizzeria, waar wij de aller-lekkerste fritti (gefrituurde kabeljauw, mozzarella en courgette-bloemen) ooit eten. Hierna neemt hij ons mee naar Bear-Monday op een andere locatie aan de Tiber. We hebben inmiddels de smaak te pakken gekregen en we feesten er lustig op los. De dagen hierna brengen wij door met het bezoeken van EUR, een neo-classistische wijk die nog dateert uit het Mussolini tijdperk, het Palazzo Barberini en het Palazzo Farnese. Op zaterdag de 27e augustus besluiten wij onze geweldige periode in Rome af te sluiten met een etentje in de inmiddels favoriete pizzeria. Wij moeten even wachten alvorens er een tafel vrijkomt. Als dit het geval is krijgen wij tegelijk met een gezin een tafel toegewezen. Wij zitten min of meer bij elkaar op schoot, en het duurt een fractie van een seconde voordat de vader van het, jawel Nederlandse, gezin door heeft dat de tafel niet voor hen alleen is, maar dat ze deze met ons moeten delen. Het afgrijnzen is hem duidelijk aan zijn gezicht af te lezen. Hij herstelt zich snel, en wij maken kennis met de familie Oosting, vader moeder en twee kinderen. Wij babbelen een beetje met ze, en op een gegeven moment moeten wij bij de ober bestellen. Mario bestelt in het Italiaans, waarbij het er op dat moment lekker soepeltjes uitkwam. De familie kijkt hem beduusd aan en roept keihard in koor: 'DUUUUUUUS'. Wij liggen in een deuk en we hebben een zeer gezellige avond. Zij komen uit het noorden van Nederland en zijn lekker nuchter. Wij praten over hoezeer zij het, net als wij, haten als je overal Nederlanders tegenkomt op vakantie etc.etc.

Op 28 augustus verlaten wij Rome en gaan naar Prato. Onze camper heeft een beurt nodig en wij hebben Rudy Pulcinelli, onze steun en toeverlaat in Italië, gevraagd om voor ons een garage te vinden. Wij brengen weer een aantal leuke dagen bij de Pulcinelli's door. Op dinsdag brengen we samen nog een bezoek aan het altijd mooie Florence, dat zeer dicht in de buurt van Prato ligt. Sacha, Rudy's zoon is wederom idolaat van Julian en is erg verdrietig als we de 31e weer verder rijden dit keer naar Bologna.

In Bologna blijven wij uiteindelijk twee dagen. Het is er vreselijk warm en er staat geen zuchtje wind. Zo langzamerhand hebben we behoefte aan wat frisser weer en we besluiten om op 2 september door te gaan naar.....München.

21 juli t/m 6 augustus: Marche, Molise, Abruzzo, Puglia en Basilicata

Op donderdagmiddag worden wij door de familie van Rudy en Arianna Pulcinelli uitgezwaaid. Nonno Giorgio, de vader van Arianna, heeft ons een paar kilo tomaten meegegeven uit zijn moestuin. Dit zijn echt de lekkerste tomaten die wij ooit gegeten hebben. Tevens heeft hij onze stroomaanvoerkabel van een nieuwe stekker voorzien waardoor we nu ook aan de buitenkant van de camper een stopcontact hebben (dit wilde Mario graag). Zijn vrouw heeft een aantal kledingsstukken van van Mario gerepareerd (toch slechte kwaliteit van Zara), en Rudy en Arianna hebben samen de uitzetijzers van de ramen van de camper vervangen en een nieuwe hor geinstalleerd, kortom: we kunnen er weer tegenaan !!!

Wij gaan richting Bologna om vervolgens door te rijden naar onze bestemming, een camperplaats in Marotta in de Marche. Vanuit deze plaats rijden wij door naar het strand van Senegallia,om hier even lekker bij te kleuren. Het weer is echter noch steeds een beetje wisselvallig en bewolkt. 's avonds rijden we door naar het plaatsje Montefiore dell'Aso. Claire,ons navigatiesysteem, stuurt ons langs allerlei kronkelwegen omhoog. Als wij volgens haar vervolgens een helling van 45 graden (zo zag het er in ieder geval uit) op moeten gaan rijden, wordt het Julian te gortig, en draaien wij om. Uiteindelijk komen we via een andere weg het stadje binnnen, maar wij kunnen op de ingegeven GPS coordinaten geen camperplaats ontdekken. Wij parkeren de camper maar midden in stad, vlakbij een locale disco, met alle overlast van dien. Wij lopen het stadje 's avonds nog in, en het is echt een sprookje om te zien. De volgende dag rijden wij door naar Petacciato Marina. Hier treffen wij een perfecte camperplaats aan, direct aan de Adriatische Kust. Wij besluiten hier een paar dagen te blijven.

Wij willen graag het plaatsje Scanno in de Abruzzo bezoeken, een schitterend bewaard gebleven middeleeuws stadje. We rijden naar een camperplaats in het dichtbij gelegen Sulmona, beroemd vanwege de confetti (gesuikerde amandelen waarvan allerlei 'schattige' bloemboeketten gemaakt worden) en omdat de grote dichter Ovidius hier werd geboren. Wij gaan hier op zoek naar een waserette, maar dat valt nog niet mee. Na de weg gevraagd te hebben aan twee Italiaanse studentes, vinden wij weliswaar de plek, maar die wasserette is dicht. Wij vragen aan een charmant geklede dame of zij er nog één weet, en zowaar, ze weet er nog één te zitten, de wegaanduiding gaat als volgt: 'Je gaat bij Max Mara naar links, dan loop je rechtdoor, en vervolgens bij de Sisley winkel naar rechts, daar zie je een tassenwinkel, die loop je voorbij, en net vóór de juwelier zit de wasserette'. Je kunt wel merken waarmee zij haar dagen vult. Helaas,ook deze wasserette dicht. Wij komen dezelfde Italiaanse studentes van eerder weer tegen (Sulmona is niet zo groot) en die weten zicht opeens te herinneren dat alle wasserettes op maandag gesloten zijn.......Wij brengen de grote tassen met vuile was weer terug naar de camper en gaan lunchen.

De volgende dag pakken we de bus naar Scanno. Het is een fantastische rit door de bergen, en we komen al heel vroeg in de morgen gaan. Onder het genot van een kop koffie zien we het dorp tot leven komen. We lopen eerst een wandelroute om het nabijgeleven stuwmeer en bezichtingen dan het dorp. Je ziet hier nog een enkele oude vrouw in de beroemde lokale klederdracht lopen. We nemen de bus terug naar Sulmona, en ondernemen dit keer een succesvolle trip naar de wasserette.

Op woensdag gaan we nog even terug naar onze favoriete stek aan de Adriatische kust, in Petacciato Marina. Op donderdag wordt het weer slechter, wij maken nog een strandwandeling, maar moeten schuilen voor een onweersbui in een strandtent. Hier zit een jong stel, dat al snel een babbeltje komen maken. `Deutsch?´ wordt er al snel gevraagd. Wij maken kennis met Manuel en Marlis, een stel uit Merano, die graag even hun moedertaal (Duits, dit gebied was vroeger onderdeel van Oostenrijk) met ons willen praten. Zij zijn op bezoek bij een vriend, en al snel zitten we gezellig te babbelen. Manuel is kok en blijkt verrassend veel over Nederland en Sergio Herman te weten. Zij willen Nederland graag een keer bezoeken en wij geven ze allerlei tips. Voor Julian is het heerlijk dat hij weer eens gewoon direct met Italianen kan praten zonder dat Mario alles moet gaat zitten vertalen.

Op vrijdag besluiten we naar Vico del Gargano te gaan, het `spoor` op de Italiaanse laars. Dit gebied moet prachtig zijn, maar er zit maar één fatsoenlijke camping, en dat blijkt een naturistencamping te zijn. Wij trekken de stoute schoenen aan (over liever gezegd uit) en gaan naar deze camping. Er blijken heel veel Nederlanders te zijn. Wij zetten de camper neer en maken kennis met de eigenaar Mario en zijn vrouw Maria. Mario is een man van 68 die Dolce en Gabbana heeft opgericht en later als CEO voor een bekend Amerikaans modeimperium heeft gewerkt in Amerika. Zijn vrouw Maria is daar ook modeontwerpster geweest. Zij zijn nu met pensioen en hebben als hobby deze camping gekocht een aantal jaar geleden. Vanuit het zwembad (infinity pool, jawel ! ) heb je een adembenemend uitzicht op de Adriastische zee.

De eerste avond worden wij voor het diner uitgenodigd en we zitten aan een lange tafel met een aantal gasten. Het wordt al snel heel gezellig en we genieten van het heerlijke eten (biologisch) en drinken (voor hen die het weten willen, het diner is gewoon gekleed).

Hier blijven wij uiteindelijk van vrijdag tot woensdag. Julian maakt nog een wandeling naar Rodi Gargano met een groep mensen en wij maken samen nog een uitstapje naar het nabijgelegen dorp (Vico del Gargano), maar vanwege de hoge ligging van de camping zijn we verder qua actieradius wat beperkt zonder auto. Het is voor ons beiden de eerste keer dat we op een naturistencamping zijn, het naaktlopen voelt in het begin heel vreemd, maar op een gegeven moment weet je niet beter.

Op woensdag rijden we door naar Bari, naar een camping die we via internet hebben ontdekt. Wij worden vriendelijk te woord gestaan door Cinzia de doortastende receptioniste. Zij kijkt ons even indringend aan, om vervolgens de telefoon te pakken. Als Mario later terugloopt naar de receptie vraagt zij of ik het erg vind dat een collega van haar even bij ons langs komt, hij wil graag naar Amsterdam verhuizen en heeft wat tips nodig. Wij maken kennis met Claudio die aanbiedt om onze gids te zijn. Hij laat ons in de opeenvolgende dagen o.a. de plaatsen Polignano, Monopoli, Conversano en Matera zien die we zonder hem nooit zouden hebben ontdekt. We komen er al snel achter waarom hij naar Amsterdam zou willen verhuizen, hij is homosexueel en vertelt hoe moeilijk het is om in Zuid Italie te leven. Dit onderwerp is nog steeds niet bespreekbaar, en alles speelt zich in het geheim af. Slechts één persoon weet van hem hoe de vork in de steel zit (Cinzia) en hij wil zo snel mogelijk weg.

Nadat we ook in Bari zelf zijn geweest, nemen we afscheid van Claudio en rijden wij op zaterdag 6 augustus door naar Lecce.

4 t/m 21 Juli: Frankrijk en Italië

Op maandag 4 juli verlaten we Spanje, en gaan we richting Frankrijk. Wij gaan naar de camping Les Armengauds in de Languedoc, om even wat bij te komen. Deze kleine camping met gites wordt gerund door twee Nederlandse dames, Cax en Marion, is heel rustig en ligt in een prachtige omgeving. Wij komen een beetje bij van het stappen in Sitges,en bezoeken op de fiets het op 12 km afstand liggende dorpje Revel. Wij maken contact met onze buren Johan en Nel uit Alblasserdam met wie wij het prima kunnen vinden. Wij blijven hier uiteindelijk drie dagen.

Net als in Spanje en Portugal worden wij wederom met een uitermate vervelend verschijnsel geconfronteerd. Niet alle campings hebben WIFI en als ze het al hebben is het vaak schreeuwend duur. Om toch af en toe Internetverbinding te hebben willen wij graag locale prepaid simkaarten kopen. Echter, elke provider heeft een ander systeem met andere abonnementsvormen, en geen van de verkopers begrijpt hoe deze systemen werken. Wij hebben steeds problemen om deze kaarten werkend te krijgen, en vaak laat de dekking van deze providers zwaar te wensen over. Vandaar dat het ook niet altijd mogelijk is om het weblog goed bij te houden. In Frankrijk wilden wij een prepaid kaartje van Orange kopen. In de Orange winkel konden we dit niet kopen (!), maar wel bij een Phonehouse-achtige tussenpersoon....tenminste dat dachten we. Wij kregen het kaartje met een bon waarmee we het abonnement konden activeren. Bij thuiskomst bleek dit weer niet het juiste abonnement te zijn (weer 24 kilometer fietsen),dit kon alleen on-line afgesloten worden (handig als je geen internet hebt). Eenmaal online via een tijdelijke kaart, bleek dat de Orange site geen buitenlandse creditcards accepteert,dus weer niet gelukt. Uiteindelijk hebben we dankzij het gebruik van de Franse creditcard van de campingeigenaresse toch iets kunnen regelen...zucht....lang leve Europa.

Er hangen dreigende wolken boven de camping in Frankrijk, dus wij besluiten de beroemde stranden van de Languedoc te gaan bezoeken. Wij rijden eerst naar Marsaillan waar wij uiteindelijk twee dagen blijven, mooie stranden en gezellige camping. Vervolgens rijden we door richting Montpellier, en bezoeken Espiguette, één van de meest uitgestrekte standen van Europa.

Wij hebben afgesproken met een kunstenaar in Toscane, Rudy Pulcinelli die in Prato woont. Na Espiguette gaan we dan ook snel richting Italië. Op zondag 10 juli komen we aan in San Remo. Wij staan hier op een camperplaats aan de zee, met geweldig uitzicht. Volgens onze reisgids is San Remo een badplaats vol vergane glorie, maar wij treffen een bruisende stad aan met prachtige gebouwen. We gaan de stad in, pakken een terrasje en kijken onze ogen uit naar alle vrouwen (type Berlusconi cin-cin/bunga bunga meisjes, maar dan van alle leeftijden) die in allerlei korte niemendalletjes door de straten paraderen, al dan niet voorzien van collageen. De dag erop gaan we richting Ligurische kust (de Italiaanse bloemenrivièra) en strijken neer in het plaatsje Levanto. Het is heerlijk weer hier aan de kust en wij komen aan op een camping waar het personeel weliswaar uitermate vriendelijk is, maar die toch verrassend veel op een parkeerplaats lijkt. Het is echter een uitstekende uitvalsbasis voor een bezoek aan de Cinque Terre, de vijf kleurrijke dorpjes langs de Ligurische kust die wij graag willen bezoeken. We gaan eerst nog even Levanto in, pakken een terrasje en genieten optimaal van de relaxte sfeer daar. Op een gegeven moment zien wij een familie met een Rhodesian Ridgeback langs lopen. Mario kan de neiging om naar het beest toe te lopen niet onderdrukken (wij missen onze hond Zhenga natuurlijk enorm) en vraagt aan de eigenaresse of hij de hond mag aaien. Na een kort gesprek in het Engels, blijkt de familie Nederlands te zijn en maken we een praatje. Hun hond is ook een herplaatshond en is via dezelfde tussenpersoon als die wij hadden bij hen terecht gekomen. Het is een prachtig beest (heel groot), en één van hun kinderen vertelt een grappig verhaal. Hij liep met hun hond op het station van Levanto, wachtende op zijn ouders, toen er opeens in het Engels werd omgeroepen 'It is not allowed to walk with a lion in the station'....

Wij gaan weer terug naar de camping en de volgende dag nemen wij de trein om de Cinque Terre één voor één te gaan bezoeken. Elk plaatsje ligt fantastisch aan de kust, en heeft zeer pittoreske straatjes. Wij komen er wel achter dat de beste manier om ze te bezichtigen eigenlijk met een boot via het water is, want dan zie je ze pas echt mooi liggen. Tegen de avond komen wij weer terug in Levanto en regelen nu een Italiaanse prepaid datakaart.

Wij zijn uitgenodigd door Jeanne en Gerben, de huurders van ons huis in Arnhem om hen in hun huis in de Marche in Italië te bezoeken. Wij besluiten dit te doen, alvorens we naar Toscane gaan. Op woensdag 13 Juli komen we bij Jeanne en Gerben aan. Net voordat we bij hun huis arriveren, realiseren we ons dat we ze eigenlijk helemaal niet kennen, en dus bij vreemden langs gaan. Zij hadden eigenlijk een beetje hetzelfde, maar we hebben een fantastische tijd samen. Zij hebben zes jaar geleden een ruine in de Marche gekocht en deze beetje bij beetje weer opgebouwd. Het resultaat is een prachtig huis op een heuvel, met dito uitzicht. Gerben en Jeanne houden beiden enorm veel van koken, en hadden een lekkere maaltijd voor ons voorbereid. Wij praten tot laat in de avond, en de wijn vloeit rijkelijk. Voor ons is het ook erg leuk om weer eens wat andere klets te hebben, want daar heb je na 4 maanden continu op elkaars lip te zitten wel behoefte aan.

Jeanne traint voor de marathon in Berlijn, en Julian gaat op donderdag en vrijdag met haar mee trainen. Het is erg warm (warme wind uit Afrika) en Juul komt zwaar bezweet, maar voldaan weer terug. Gerben brengt ons naar de visafslag in Fano en vervolgens naar de Auchan supermarkt, want wij hebben beloofd die avond te koken (garnalen met koriander (helaas onbekend in Italië) en zalm op de barbecue. 's middags maken wij nog een lange wandeling in de mooie omgeving, waarna wij langzaam met het eten beginnen. Wij gaan wederom tot in de late uurtjes door met praten, eten en .......jawel wijndrinken.

Op vrijdag gaan wij een wijnboer in de omgeving bezoeken, zwemmen wat in een bergriviertje en gaan vervolgens een spritz (aperitiefje met Aperol en prosecco uit de provincie Veneto) drinken in het dichtstbijzijnde dorpje. Op zaterdag zetten we dan defintief koers naar Toscane, om Rudy, zijn vrouw Ariana en hun zoontje Sascha in Prato te bezoeken.

Op weg naar Toscane komen we enorm veel files tegen,en we doen uiteindelijk twee keer zo lang over de route. Tegen een uur of vijf in de middag komen we eindelijk, vermoeid aan in Prato. Wij maken weer hernieuwd kennis met de hele familie van Rudy en Ariana. De eerste vraag die de moeder van Ariana ons stelt is 'Ma avete mangiato ??', 'Maar hebben jullie wel gegeten ??' en hier worden wij weer herinnerd aan de typisch Toscaanse gastvrijheid. Tijdens ons verblijf worden wij weer volgestopt met allerlei overheerlijke gerechten met courgette, pasta, vitello, tartuffo etc.etc. Op het moment dat we niet genoeg eten worden we onmiddellijk aangespoord met een 'Dai,mangiate'....'kom op, eet nou door !!!'

Sascha, het zoontje van bijna vier, adoreert Julian, die hem de hele tijd op moet tillen en op zijn rug moet nemen. Julian neemt hem ook mee voor een ritje in de camper, en hij komt uitzinnig van vreugde weer binnen stappen.

Op zondag komen Bruno Pedrosa en zijn vrouw Lila langs, een kunstenaar met wie wij ook lang hebben samengewerkt. Zij zijn verrast door onze aanwezigheid en het is al snel weer ouderwets gezellig. Op maandag neemt Rudy ons mee naar een kunstenaar met wie wij al lange tijd kennis wilden maken, en wiens werk wij erg mooi vinden. Wij gaan met zijn allen uit eten in Prato.

Wij hadden het plan opgevat om na Prato richting Duitsland te gaan, om wat verkoeling te gaan zoeken. Wij komen er echter snel achter dat het daar noodweer is, met temperaturen van 13 graden. Wij besluiten onze plannen aan te passen, en overwegen eerst een tocht door Griekenland naar de cycladen. Dit blijkt echter met een camper toch niet heel handig, dus uiteindelijk hakken we de knoop door, en besluiten naar Zuid-Italië af te zakken, gevolgd door Sicilië. Met Rudy gaan we nog wat shoppen in Prato (reisgidsen en wat nieuwe kleren). Tevens dreigt onze gasfles op te raken, waarbij we weer hetzelfde verschijnsel als in Spanje krijgen dan we dan een nieuwe Italiaanse gasfles moeten kopen, en die weer op ons Nederlandse systeem moeten aansluiten. Wij komen echter een gasfles uit Duitsland tegen, die je kunt vullen met LPG, waardoor je gewoon door heel Europa gas kunt 'tanken', en van het gehele gedoe af bent. De aansluiting hiervan moet wel op de carrosserie worden bevestigd, hetgeen we bij een lokaal garagebedrijf laten doen. Bepakt en bezakt vangen wij op 21 juli onze reis richting het zuiden aan.

30 Mei t/m 3 Juli: Terug in Spanje !!!!

In eerste instantie waren wij van plan om na Portugal door te reizen naar Galicië. Echter, het bleek eind mei daar erg slecht (lees regenachtig) weer te zijn. Gezien het feit dat Julian inmiddels ook een soort regenfobie heeft ontwikkeld (Mario had hem al, net als onze hond Zhenga, erg handig met uitlaten), besluiten we om van dit plan af te wijken en richting Madrid de rijden. Op weg naar Madrid doen wij nog de mooie stad Segovia aan, om vervolgens door te rijden naar een camping in El Escorial, net buiten Madrid. Hier vatten wij het plan op om in Madrid ook eens de wijk Chueca te gaan bezoeken, waar de gay-scene van Madrid geconcentreerd is. Madrid heeft helaas geen camping in het centrum, dus besluiten we om een paar dagen in een hotel te gaan zitten. Wij krijgen allerlei handige tips van Geovanny, de receptionist van de camping, die Chueca op zijn duimpje kent. Hij regelt ook voor ons dat we de camper op de parkeerplaats van de camping achter kunnen laten. Op dinsdag gaat Mario eerst nog even op de fiets naar El Escorial,om het abdij/paleiscomplex van Filips II de gaan bezoeken. Hier liggen ook alle Spaanse koningen begraven, dus hij kan zich helemaal uitleven.

Wij willen ook de Valle de los Caidos (de Valei van de gevallen) bezoeken, het bekende Francomonument, waar de dicator ook begraven ligt. Helaas bleek dit monument vanwege 'politieke redenen' gesloten te zijn (ultra rechts blijkt nog behoorlijk levend te zijn).

Op woensdag 1 juni vertrekken we met de bus richting Madrid, waar de metro richting Chueca nemen. Hoewel we ook wat plannen hadden om een aantal musea en galerieën te bezoeken, is dit helaas mislukt. Zodra wij de wijk Chueca binnen zijn gelopen zijn we namelijk acuut in de party-mode geschoten. Voor ons geeft het straatbeeld van deze wijk het leven weer 'as it should be'. Een wijk met een zeer gemêleerde bevolking, waarvan ongeveer 30% homo is. Jong, oud, homo,hetero het leeft allemaal in harmonie samen en dit geeft een zeer kleurrijk beeld, en een uitermate prettige sfeer. Wij gaan ouderwets stappen, hetgeen we eigenlijk jaren niet hebben gedaan, en al helemaal niet samen. Wij hebben het super naar onze zin !!

Eenmaal terug op de camping in El Escorial blijven we nog een dag of twee om bij te komen, totdat het ook daar begint te regenen. Wij besluiten richting Valencia te gaan rijden, naar de kust. Julian heeft een vriendin van vroeger wonen in de buurt van Valencia, die hij al heel lang niet heeft gezien, en waar hij wel weer graag een borrel mee zou willen drinken. Volgens hem woont zij in Denia. Via facebook komen op de pagina van één van haar twee dochters terecht (Murielle, staat meerdere malen op de bijgevoegde foto's) en binnen een half uur hebben we haar telefonisch te pakken. Zij vindt het heel leuk om Julian weer te zien en we spreken af dat we elkaar in Denia ontmoeten. Wij komen daar wat vroeger dan gepland aan, en gaan eerst even lekker aan het strand liggen. Hierna gaan we het stadje in. Marie-José belt ons op ('waar zitten jullie dan') en na 10 minuten wordt het duidelijk dat ze helemaal niet in Denia woont maar in Moraira, dat een half uur verderop ligt. Voordat we daar naartoe gaan, neemt Mario nog een overheerlijk chocolade-ijsje. Meteen hierna worden wij door een locale cameraploeg gespot, en wordt ons gevraagd of we Spaans spreken. Vervolgens wordt Mario geinterviewd over het toerisme in Spanje en wat ons aanspreekt en minder aanspreekt. Mario geeft aan dat hij erg van de zon en de stranden van Spanje geniet, waarna Julian toevoegt 'and he likes icecream'. Het bleek namelijk dat Mario het hele interview heeft gedaan met een enorme chocoladekring om zijn mond......

In Moraira aangekomen worden wij hartelijk ontvangen door Marie-José en Peter. Zij wonen in een geweldig huis vlakbij het strand. Wij gaan lekker uit eten in een restaurant aan zee en borrelen nog na. Wij mogen in hun gastenverblijf slapen, en genieten weer van een heerlijk normaal bed. Uiteindelijk blijven we drie dagen, die we doorbrengen met een bezoek aan het stadje, lekker zwemmen in hun fantastische zwembad, ouwehoeren, samen koken en lekker borrelen. Wij ontmoeten ook de dochters van Marie-José, Murielle en Sharon (om één of andere reden staat zij op geen enkele foto, zij is echter de tweelingzus van Murielle dus jullie kunnen je voorstellen hoe zij eruit ziet :-) ) en de avond voordat we vertrekken kookt Marie-José een heerlijk diner voor ons, bestaande uit Foie-gras en asperges.

Op zaterdag 11 juni gaan we verder richting Valencia. Wij zitten op een camping een stukje buiten de stad bij het strand, maar kunnen met de fiets makkelijk naar het centrum fietsen. De camping is vrij benauwd, en we worden omgeven door veel chagrijnig kijkende mensen, we (vooral Mario) voelen ons niet echt op ons gemak. Na het eten rijden we meteen naar de stad en kijken onze ogen uit in de 'Ciudad de Las Artes y Sciencias' met een prachtig gebouw van Calatrava. Als we verder fietsen,komen we in één of andere protestmars terecht en krijgt Julian een lekke band door het glas dat overal verspreid ligt. Jammergenoeg ligt de bandenplakset nog in de camper, dus dat betekent dat we ongeveer 4km naar huis moeten lopen.....:-(

Op zondag doen we nog een poging en gaan met onze Amsterdamse buren (heel sympatiek) een hapje eten. Op maandag bezoeken we de stad met zijn tweeën, gaan paella eten, en bezoeken de oude wijl El Carmen. Op dinsdag staan we klaar om verder te gaan als we opeens nieuwe spaanse buren krijgen. Zij zijn zeer sympathiek, en geven ons allerlei tips voor onze reis richting Barcelona (inclusief kaart die we mee mogen nemen).

Onze eerste stop gaat Alcossebre worden. Wij komen hier op een prachtige camping terecht, met ruime plaatsen, een geweldig zoutwaterzwembad, met toegang tot de zee met allerlei kleine strandjes. Wij liggen hier gewoon met zijn tweeën op ons eigen strand en genieten volop. We merken dat we nu in een soort vakantiestemming zijn, en willen genieten van de zon en de zee. Wij blijven hier uiteindelijke langer dan gepland, en gaan op zaterdag naar de badplaats Cambrils. Hier blijven we maar 1 nacht om daarna door te rijden naar de badplaats Sitges.

Op 19 juni komen we in de redelijk sjieke badplaats Sitges, bekend vanwege de grote internationale gayscene. Wij blijven hier uiteindelijk 14 dagen, en doen eigenlijk niet veel meer dan relaxen op het strand, door de straatjes van het dorp slenteren, en 's avonds gaan stappen (maarliefst 10 keer) Wij vinden het heerlijk hier en hebben echt een enorm vakantiegevoel.

De enige domper was het feit dat de fiets van Julian op dag twee aan het strand werd gestolen.Wij zijn zonder fiets enorm beperkt in onze actieradius, dus vandaar dat we genoodzaakt waren om een spaanse fiets te kopen,en twee nieuwe enorm dikke kettingsloten. Op de laatste avond in Sitges werden we trouwens op de fiets (!) aangehouden voor een alcoholcontrole.........nog nooit eerder meegemaakt.......

Op 4 juli verlaten we Spanje en gaan richting Frankrijk.

6 t/m 30 Mei: De laatste weken in Portugal

Wij rijden langs de kust en overnachten in Villa Nova de Milfontes, een plek met een geweldig uitzicht. Genietend van een wijntje komen we erachter dat we de afsluitdop van de watertank vergeten zijn in Lissabon (we laten even in het midden wiens schuld dit was). We bellen nog naar de camping, maar die hebben niets gevonden. 's nachts is het dermate onstuimig weer, dat we besluiten om door te rijden naar Sagres, in het uiterste zuiden. Wederom zijn wij erg onder de indruk van de prachtige kusten, met mooie stranden. We blijven hier twee dagen waarna we doorrijden naar, Lagos. We bezichtigen dit stadje, waar we heel gezellig door de serveerster in het Nederlands worden aangesproken. We gaan maar weer snel verder naar Carrapateira, een plek waar veel surfers naar toe gaan vanwege de prachtige golven. Wij kamperen hier vrij, tussen de surfers en genieten van de volle maan die op de zee schijnt. We vervolgen onze weg langs de kust en kamperen vrij op een prachtige plek aan een lagune, Laguna de St. André. Hier ontmoeten we Bob en Monika, afkomstig uit Groningen. We borrelen samen en de dag daarop maakt Monika een heerlijke frutti di mare schotel, en Julian eet voor het eerst inktvis die hij lekker vindt. Na twee heerlijke dagen op deze plek rijden wij donderdag door naar Alcácer do Sal naar de camping waar we eerder gestaan hebben. Als we dag daarop verder willen rijden, horen we een zeer verontrustend schrapend geluid in één van de wielen van de camper. We bellen de wegenwacht en wachten een paar uur op een monteur. Uiteindelijk blijkt het een steentje te zijn dat tussen de schijven van de rem is terecht gekomen. Op vrijdagavond vervolgen we onze weg naar het Baragem de Povóda, in de buurt van Nisa, boven Portalegre. Op de prachtige plek aan een stuwmeer maken we kennis met Herman en Joke uit Nederland en hun honden. Zij staan al geruime tijd op deze plek, en zouden het liefst hier ergens willen gaan wonen. Zij kennen al veel mensen van de plaatselijke bevolking, en het is een soort zoete inval waar iedereen langskomt. Wij borrelen gezellig op vrijdagavond, en maken kennis met wat locals. De dag daarop bezoeken we het dorpje in de buurt, luieren wat en eten weer samen met Herman en Joke, en wat nieuwe mensen die aanschuiven.Herman's grote hobby is koken, en hij laat ons van alles en nog wat proeven uit de grote kar met kruiden en eten die bij hun camper staat. Tijdens het diner ontmoeten we een bijzondere vrouw, die de directrice van het conservatorium van Nisa blijkt te zijn. Zij heeft lange tijd een relatie met een Nederlander gehad, en heeft een hondje dat Sloffie heet dat ze ooit van hem heeft gekregen (het zag er ook uit als een pantoffel). Zij was nu met haar nieuwe partner bij het diner. Helaas had zij slecht nieuws gekregen in haar herstelproces van kanker, en midden in de nacht onder het maanlicht doet zij ons allerlei ontboezemingen die zij nog nooit iemand verteld heeft, en heeft het ook over haar ziekte. Soms kun je over dat soort dingen beter praten met wildvreemden, waarvan je weet dat je ze nooit meer ziet. Op zondag 15 mei nemen wij afscheid van Herman en Joke, en rijden wij naar Pontével naar Jack en Erika,om de verjaardag van Erika te gaan vieren. In totaal blijven wij hier een week, er moeten wat kleine reparaties aan de camper verricht worden, en we maken hem goed schoon. We hebben wat specifieke schroeven nodig, en als we bij de plaatselijke doe-het-zelver in Pontevel zijn, komen we de buurman van Jack en Erika tegen. Hij pakt enthousiast de hand van Mario vast en stelt zich als de buurman voor. Vervolgens wijst hij op Julian en stelt de vraag "Pai ? " hetgeen betekent "Is dat je vader ? ", jullie begrijpen dat Mario hier nog de hele week flauwe grappen over heeft zitten maken. Hannah, één van de twee honden van Jack en Erika (zie eerdere foto 's), blijkt een abces te hebben aan haar kaak, dat dagelijks schoongespoeld moet worden. Gezien het feit dat Jack terug naar Nederland moet en Erika wat dit soort zaken betreft geen held is, nemen Juul en ik de deze zorg tijdelijk op ons. Mario gaat ook weer eens naar kapper, het resultaat is dit keer een stuk beter, en hij brengt een genoeglijke ochtend door met een als een papegaai kwebbelende (volgens eigen zeggen) kapster afkomstig uit Angola. De 21ste nemen we afscheid en rijden we door naar Coimbra, een prachtig klein stadje richting Noord Portugal. We gaan hier naar een Fado-voorstelling en eten een van de beste maaltijden tot nog toe in een geweldig restaurant. De dag hierna rijden we door naar onze volgende bestemming: Porto. Wij blijven hier een paar dagen. Je kunt vanaf de camping de stad in fietsen, een hele mooie rit met prachtig zicht op de stad. Het is wel raar om al die Portbodega's te zien terwijl Portugezen zelf nauwelijks port drinken. Wij willen na Porto graag door de vallei van de rivier de Douro rijden, maar gezien de steile hellingen, en de logge massa van de camper besluiten we dit niet op deze reis te doen. We bezichtigen achtereenvolgens de steden Braga, Guimarães (de voormalige hoofdstad van Portugal), en overnachten in Amarante, midden in het begaanbare gedeelte van de Douro vallei. Hierna rijden we door naar onze laatste bestemming in Portugal: Braganca. Wij verblijven hier op een camping aan de voet van het natuurpark Montesinho. We gaan op de fiets naar Braganca, en bezichtigen dit nog zeer authentieke stadje met prachtige citadel. Wij lunchen in een fantastisch restaurant waar alles klopt, de entourage, de klassieke muziek, de perfecte bediening en het heerlijke eten. De fietstocht terug naar de camping met zeer steile heuvels valt na deze copieuze maaltijd niet mee. De dag daarop maken we een wandeling door het natuurpark. Op maandag 30 mei verlaten wij Portugal, een prachtig, authentiek land, met zeer aardige, ietwat introverte mensen. Wij komen hier zeker terug.

25 april t/m 6 mei: Portugal (Estremadura & Lissabon

Op maandag, tweede paasdag, vertrekken we weer richting strand. Wij doen eerst Obidos aan, een klein stadje met mooie witte huizen, die binnen de 14e-eeuwse muren liggen. Je komt de stad binnen via de Porta da Vila, die is verfraaid met 18e-eeuwse Azulejos. Obidos is mooi, maar ook erg toeristisch. Wij rijden door naar het nabijgelegen Peniche, aan de kust, waar wij wij voor het eerst "wild" kamperen en getuige zijn van een fantastische zonsondergang. De volgende drie dagen brengen wij door op een klein & fijn camping in Coimbrao, aan de kunst van Noord Portugal. Deze camping onder Duitse leiding, is ultra-schoon, en van alle gemakken voorzien, maar ook ultra-georganiseerd (twee A 4-tjes met alle regels). Als wij aankomen staan er alleen maar Nederlanders (die niet van onze leeftijd zijn). Wij pakken snel de fiets en zoeken een volledig verlaten strandje op. De kust is hier fantastisch, en niet verpest met hoogbouw zoals in Spanje. Als we terugkomen van het strand, nodigt de eigenaresse van de camping ons uit voor een borrel. Er blijkt in één van de bungalows een Fransman te zitten die speciaal voor de borrel sardientjes op de barbecue wil klaarmaken. Wij gaan naar de borrel, maken kennis met alle Nederlanders ("dat jullie dat durven, zo maar 8 maanden op reis gaan, je moet maar weer een baan vinden als je terugkomt hè, dat zal niet meevallen" ) en proeven de sardientjes (behalve Julian, want die lust ze niet). Op een gegeven moment maken we eindelijk kennis met de Fransman Marc, en zijn vriendin Coralie. Zij zijn wel van onze leeftijd, Marc is ook met een soort sabbatical bezig, dus gesprekstof genoeg. Coralie loopt wat moeilijk, en op een gegeven moment komen wij erachter dat zij een zeer zeldzame ziekte heeft waardoor zij nog maar 2 jaar te leven heeft. Zij is echter vrolijk en vastbesloten de tijd die haar nog rest, zo goed mogelijk door te brengen. Wij borrelen gezellig na, maar wij worden er aan herinnerd dat er volgens regel 211, na 23.00 geen lawaai meer mag zijn op de camping. Wij besluiten nog één afzakkertje te gaan nemen in de bungalow van Marc en Coralie. Wij blijven nog twee dagen in deze zeer mooie omgeving, met perfecte camping en besluiten verder te gaan richting Lissabon. Alvorens naar Lissabon te gaan willen we het meest westelijke punt van Europa nog bezoeken: Cabo da Roca. Wij rijden via Nazaré, waar we nog een snel lunchen en wat voorraad inslaan, naar het zuiden. Eenmaal aangekomen in Cabo da Roca (veel smalle kronkelwegen en dorpjes met straten waar de camper maar nèt doorkan) hebben we een spectaculair uitzicht. Maar, alsof de duvel er mee speelt, begint het enorm te regenen. Wij slapen op het uiterste puntje van Europa, en rijden de dag daarop door naar Lissabon. De camping die wij hebben uitgekozen ligt in Costa da Caparica, net onder Lissabon. Via een veerboot-verbinding kun je de Taag overvaren en kom je in Belem, een wijk in het zuiden van Lissabon aan. Costa da Caparica staat bekend om haar mooie stranden. Wij komen op zaterdag aan, en gaan meteen naar Lissabon. Wij lunchen in de wijk Belem, en gaan vervolgens door om de wijken Bairro Alto en Chiado te verkennen. Bairro Alto ligt op een heuvel en is aan het einde van de 16e eeuw aangelegd in schaakbordpatroon, en was één van de mooiste wijken van de stad. In de 18e eeuw is de buurt in verval geraakt, maar nu is zij weer in opkomst, en kun je er goed uitgaan. Chiado ligt naast het Bairro Alto en is een chique wijk met voornamelijk winkels, waar de rijke Lisboetas inkopen doen. Op zondag besluiten wij een rit te gaan maken met Tram 28, een beroemde tramlijn die je door alle interessante wijken van Lissabon voert. De dagen die volgen bezoeken wij achtereenvolgens de wijk Alfama met het Castello de São Jorge, Sé (de kathedraal), Miradouro de Santa Luzia (met een geweldig uitzicht over de stad en de Taag), de São Vicente de Fora (kerk een aangrenzend klooster met het Bragançapantheon waarin de sarcofagen van bijna alle koningen en koninginnen van het huis Bragança staan, inclusief die van de laatste koning van Portugal, Manuel II), het Fadomuseum, de wijk Baixa (wederopgebouwd na de aardbeving van 1755 volgens de plannen van de Marquês de Pombal), en het Parque das Naçôes (ooit de plek van Expo '98, nu een nieuw brandpunt van Lissabon met veel hedendaagse architectuur). Lissabon is een geweldige stad, wij hebben nog lang niet alles gezien, en gaan zeker weer een keer terug. Op vrijdag 6 mei zakken we af naar het zuiden, om de Algarve eens te gaan bekijken bij beter weer.

18 t/m 25 april: Portugal (Algarve, Alentejo, Estremadura)

Wij zijn het nog niet helemaal eens over waar we als eerste zullen stoppen,Tavira, aan de zuidkust van de Algarve, of meer landinwaarts in São Marcos da Serra. De camping in Tavira spreekt ons niet aan, dus reizen we door naar São Marcos da Serra. Dit wordt onze eerste klein & fijn camping, en we zijn benieuwd. Helaas blijken de GPS codes in onze gids niet helemaal te kloppen, en wij kunnen de camping niet vinden. We stappen uit om de weg te vragen aan twee vrouwen, en worden dan voor het eerst geconfronteerd met een taal die we beiden niet spreken. Mario begint met een vrolijk "Bon dia" dat meteen genadeloos wordt gecorrigeerd met "boa tarde". De dames zijn vriendelijk en behulpzaam en al snel volgt er een stortvloed aan woorden. Met heel veel inspanning en concentratie horen we op een gegeven moment woorden die overeenstemmen met het Spaans, en begrijpen "vijfhonderd meter naar rechts" en "blauwe brug".Wij volgen de aanwijzingen en vinden inderdaad de bordjes naar de camping. We moeten ongeveer 2 km over een onverharde weg rijden alvorens we bij de camping aankomen. Prachtige locatie, met uitzicht over heuvels, en echt in the middle of nowhere. De eigenaars zijn Bert en Thea, een koppel uit Nederland, die een jaar of 5 geleden deze camping zijn begonnen. Zij vertellen ons dat je de camping met name goed kunt gebruiken als uitvalsbasis voor allerlei fantastische wandelroutes. Helaas voor ons begint het die nacht keihard te regenen, en we zien aan de weersvooruitzichten dat dit de komende dagen niet veel zal gaan veranderen. Gezien het feit dat er met zoveel regen, niets op deze camping te doen is, veranderen we onze plannen en besluiten we naar een stad te gaan, wellicht Lissabon. Wij laten Bert en Thea ietwat verbouwereerd achter en rijden weg van de camping. Helaas komen wij door een verkeerde aanwijzing van Claire (ons navigatiesysteem) vast te zitten in de blubber van een zandweg die we achteruit rijdend weer zullen moeten verlaten. Wonder boven wonder lukt het ons door een knap staaltje samenwerking, de camper weer vlot te trekken, en achteruit weer op de goede weg te krijgen. We vervolgen onze weg naar de Alentejo streek, en strijken neer in Alcacer do Sal, een prachtig klein plaatsje aan de Sado rivier, niet heel ver van Lissabon. Het weer klaart wat op, en kunnen het stadje in de zonneschijn bezichtigen. Omdat we het nog wat vroeg in de week vinden om Lissabon te bezichtigen, rijden we de dag daarop binnendoor naar Évora. Het valt ons op hoe mooi het landschap in Portugal is. Ook in Évora zit het weer ons niet mee, ondanks de regen bezichtigen wij de Sé (de dom van Évora), de Romeinse tempel, het aquaduct, en de zeer lugubere Capela dos Ossos, waarin de beenderen en schedels van 5000 monniken zijn verwerkt. Wij rijden door naar Evoramonte, waar een andere klein & fijn camping gevestigd is. Onderweg stoppen wij in Redondo, en bezichtigen daar de begraafplaats van het klooster, waar men in de bovengrondse familiegraven, de kisten gewoon kan zien staan (een vreemd gezicht voor ons Nederlanders). Wij lunchen in Alandroal, in een fantastisch restaurant met streekgerechten, waarna wij doorrijden naar Vila Viçosa. Hier bezichtigen wij het Paço Ducal. Dit is het paleis van de hertogen van Bragança, dat in 1501 werd gebouwd. Portugal heeft twee koninklijke families gekend, het huis van Avis, dat in 1580 uitstierf, waarna de Spaanse overheersing begon, en het huis van Bragança, dat in 1640 op de troon kwam, toen de achtste hertog van Bragança tot koning werd uitgeroepen, en er einde kwam aan de Spaanse overheersing. Het Paço Ducal bleef een favoriet verblijf van de verschillende koningen, en bijzonder zijn de huiselijk aandoende vertrekken van koning Carlos, die er bijna nog net zo uit ziet als op de dag dat hij werd vermoord in 1908. Uiteindelijk komen wij bij onze bestemming aan, de camping in Evoramonte. Bij de receptie worden wij wederom door een vriendelijke Nederlander te woord gestaan. Hij blijkt oorspronkelijk uit Groningen te komen, en is 24 jaar geleden naar Portugal verhuisd om zijn baan als ambtenaar te verruilen voor boer. Dit is natuurlijk koren op de molen van Julian, en binnen 20 seconden begint hun gezamenlijke lofzang over de stad Groningen (zo mooi) en het Groningse landschap (zo ongerept). Mario zucht....... Wij zoeken een mooi plaatsje uit voor de camper, en maken al snel kennis met Mia en Johan en hun hond Jacky, onze buren. Mia kwebbelt er lustig op los, en we besluiten nog even een borrel in de zon te drinken. Twee minuten later barst er een enorme hoosbui los die de komende twee dagen niet meer zal stoppen. Wij zetten het gesprek in onze camper voort. Mia en Johan wonen in Zeeland, en Mia komt oorspronkelijk uit België. Mia's hobby is koken, en voor dat wij er erg in hebben, gaat ze even weg, en komt met haar elektrische wok, en allerlei ingrediënten terug, om vervolgens een overheerlijke paella voor ons klaar te maken. Tevens moeten wij haar zelfgemaakte walnoten likeur proeven, en krijgen we allerlei zeer nuttige tips voor de camper. Het is al snel erg gezellig. Bij Johan valt de paella blijkbaar niet helemaal goed, hij trekt wit weg, en snelt te camper uit, waarna we hem niet meer terugzien. We eindigen de zeer gezellige avond met Mia. De volgende dag regent het aan één stuk door, terwijl uit Nederland alleen maar berichten krijgen over het stralende weer daar. Er zit voor ons niets anders op dan in de camper te blijven zitten en te lezen. Helaas hebben we geen brood meer, maar de vrouw van de campingeigenaar bakt er speciaal een voor ons. Dit is het lekkerste brood dat we ooit hebben gegeten. Mario besluit Jack, een oud studiegenoot die met zijn gezin verhuisd is naar Portugal, te bellen om te kijken of we hem niet kunnen bezoeken. Hij is thuis en wij zijn welkom, dus op zaterdag verlaten wij de camping en vertrekken richting Pontével, in de buurt van Cartaxo, ten noorden van Lissabon. Het weer is al aanzienlijk verbeterd, en rond een uur of 15.00 komen wij het huis van Jack, zijn vrouw Erika en hun vier kinderen Koen,Lars, Mayke en Niels aan. Zij wonen in een fantastisch huis met gastenverblijf (met een heeeeerlijk bed), en wij brengen hier een aantal zeer gezellige dagen door, zonder regen. Wij smokkelen voor de tweede keer, omdat we niet in de camper slapen. Pasen brengen wij door met het hele gezin, en twee Portugese vrienden van Jack en Erika, Joel en Milena met hun twee kinderen. Van Joel krijgen wij veel tips over wat we moeten bezoeken in Portugal, en daar maken we dankbaar gebruik van. Julian past zijn Funda-verslaving moeiteloos aan de omgeving aan, en gaat samen met Erika via Internet op huizenjacht.